Uiteraard. Dat is best een gek woord. Uiteraard = vanzelfsprekend. Waarom benoemen we wat al vanzelf spreekt?

Maar ook weer niet écht vanzelf, want er zit twijfel bij. “Je kunt uiteraard op mij rekenen.” Zo ben ik, allicht, dat weet je vast. Maar ik zeg het toch nog maar even.

“Heb je nootjes gehaald?” “Uiteraard.” Tuurlijk, ik zou niet anders kunnen, het zit in mijn natuur, in mijn aard, in de aard der dingen. Nou mooi niet! Want vorig weekend zaten we zonder.

Conclusie: het woord uiteraard is flink subjectief. Er zit een mening in: de spreker vindt dat wij het vanzelfsprekend zouden moeten vinden. Een mening vermomd als feit. Dat is altijd opletten geblazen.